Over bloesjes, blij en buren

15 oktober 2018

Nu de herfst zo overduidelijk (…?) haar intrede heeft gedaan, hielden we gistermiddag winkelmiddag om wat warms in huis te halen voor koudere dagen. Waar ik normaal gesproken hier en daar wat meepak als ik het tegenkom, gingen we nu samen op pad voor schoenen, sloffen, een nieuwe onesie (want handig na het zwemmen) en het liefst nog laarzen want ook te klein. Ah, en sokken natuurlijk, zodat we weer een week of twee vooruit kunnen met daadwerkelijk linkers én rechters. En oké, wie niet zeurt of (teveel) vraagt weet er bovendien een lipgloss-in-de-vorm-van-een-ijsje uit te halen. Plus eentje in de vorm van een voetbal voor je broertje. En als je zus een ‘supercool bloesje’ uit het rek vist, dan mag jij als broer die ene trui natuurlijk passen. En meteen aantrekken. Tussendoor even de voetjes omhoog met een beker limonade en hup, door naar de volgende winkel voor de sloffen.

Appels en carnaval
Behalve gezelligheid staat zo’n dag eigenlijk bol van de pedagogische vragen en uitdagingen en thema’s. Over de waarde van geld (“Tuurlijk mag je deze schoenen. Je krijgt dan wel de rest van de maand alleen een appel mee naar school.”), over je eigen keuzes maken en ontdekken wat je mooi vindt (“Zeker. Je mag zelf weten welke jurk je mooier vindt. Mama zegt alleen maar dat die ene een beetje nogal voor carnaval is. Maar goed, kies maar hoor.”) en over geduld en leren dat we met z’n vieren zijn en dat je dus af en toe moet wachten als je vader ook een trui wil passen (“Schep er nog maar wat snoep bij, dan is-ie ff zoet straks”).

Ondertussen leren we zelf ook weer wat. Dat je er duidelijk niet voor niets van alles opvoederigs in stopt, bijvoorbeeld. Want hoewel een paar schoenen en een paar sloffen misschien niet voor iedereen meteen onder ‘flink uit de band springen’ vallen, ervaren broer en zus het anders. Bij elke aankoop horen we een keurig ‘dankjewel papa en mama’, nog vóórdat we de drempel van de winkel over zijn (“Aaron! Ík heb al wat gezegd hoor, nu ben jij!”). En op de terugweg wordt er op de achterbank enthousiast vergaderd over wie wat het eerst gaat doen als we thuis zijn: eerst naar de spiegel voor de lipgloss? Of beter eerst het kaartje van de sokken knippen? Schoenen aan houden of toch de sloffen uitproberen? Lastig, lastig. Maar over één ding zijn ze het onmiddellijk eens: zodra de auto op het pad staat, springen ze eruit om blij hun nieuwe schoenen aan de buren te laten zien. Want ja, bij belangrijke gebeurtenissen worden belangrijke mensen betrokken.

Vanochtend zaten ze op de bank samen heel tevreden te zitten met hun nieuwe sokken (alweer andere dan gistermiddag, want excitement!) en sloffen aan en de nieuwe schoenen alvast klaargezet. Uiteindelijk lag er van alles dat we kochten nog één ding totaal onbelangrijk te zijn in de auto: een half zakje snoep.